Skip to main content

RS 1973 en 1974 modellen met hun voorgeschiedenis

Piet Kraan - verschenen in het Clubblad van oktober 2011

Inleiding

In het verleden had ik voor taxatie en controle van de 2.7 RS een lijstje met te controleren gegevens gemaakt en aangezien hierover de laatste tijd nogal wat vragen zijn gesteld door onder meer een aantal taxateurs, leek het mij goed hierover een verhaal te schrijven.

Terdege controleren is verstandig vanwege veel zogenaamde ‘echte’ wagens. U begrijpt dat echte originele RS typen veel geld waard zijn en er daarom veel nagemaakt worden. Dit namaken is allang een hype en de diverse typen die nagemaakt worden, volgen elkaar op als de markt verzadigd raakt. Zo zag je op de diverse beurzen, zoals in Essen, achtereenvolgens de Carrera RS 2.7, de 550 Spyder, de 904 en de Carrera RSR voorbij komen, allemaal ‘echte’ namaak. Er waren er zo veel dat ze niet eens meer exclusief waren.

Vooral verdwenen chassisnummers zijn bijzonder in trek want dat levert veel op. Zo werd ik een tijd geleden gebeld uit Finland omdat men wist dat ik gewerkt had aan een 911 R, want die waren op dat moment aan de beurt. De vraag was of ik wist waar de wagen gebleven was, wat het chassisnummer was en of hij misschien toevallig total loss was gegaan; dat zou het mooiste zijn want dan was de wagen er opeens weer.

Niet zo lang geleden was de S/T in het middelpunt en nu is de T/R aan de beurt. Van deze typen zijn er weinig gemaakt en ook hiervan zijn de nummers bekend. Porsche begon met de 911 met vooral in het begin met Rally wagens en later met race uitvoeringen.

1965: De 911 ‘Monte’  De eerste was in 1965 de ‘Monte’ met 3 stuks. Voor dezelfde Monte Carlo rally moest ik ook een 911 klaar maken voor houthandel Utrecht van de heer Heydendaal, Hans Oskamp reed de wagen. Ook de motor moest compleet gedaan worden en moest op de laatste dag nog ingereden worden door rondjes om het IJsselmeer. De wagen reed hem probleemloos uit, maar de fabriekswagens hadden onderweg problemen met ontplofte wissermechanieken; deze modificatie had ik gelukkig wel uitgevoerd.

Rallye Monte-Carlo, 1965: Porsche Race Driver Herbert Linge (right) and Peter Falk (left) with the Porsche 911 2.0 Coupé

1967: De 911 ‘Rally’, ‘lichtgewicht L’ en ‘R’  In 1967 hadden we de ‘Rally’, ook 3 stuks. Voor klanten werden er in 1967 een serie lichtgewicht 911 L wagens gemaakt voor groep 2, hierin zaten omgebouwde motoren met 911S onderdelen. Deze hadden 160 PK en de chassisnummers vallen tussen 3880001 en 3880028. Ondertussen hadden we van de fabriek veel soorten opvoersets gekregen, vooral de set voor de Solex carburators vond ik schitterend vanwege het prachtige geluid. Hierna kwam de 911 R, met 4 prototypen en voor klanten 19 (20) met 906 motoren, een met een 4 nokkenas motor. De winnaar van een 84 (!) uurs race had een sportomatic versnellingsbak. Met het uitkomen van de 911 R werd ik gevraagd om een wagen te onderhouden met uitvalsbasis Madrid, ik zou twee keer zoveel loon ontvangen, wat mij wel wat leek. Later bleek zelfs dat het ook nog dollars waren, die stonden toen op fl. 3.60 (!). Het project werd helaas afgeblazen, 500 stuks was de bedoeling geweest. Door de lage aantallen wagens konden deze nu alleen uitkomen in de prototype klassen, wat dus zeer beperkt en niet zo interessant was. De chassisnummers van de klanten wagens lopen van 11899001R t/m 11899019R (020R?).

911R (alle foto's Porsche AG)

1968: De 911 T/R  Hierna kwam de 911 T/R in 1968, een 911 T met standaard een 911 S motor, enkele met een 906 motor. De 911T werd gekozen omdat hij standaard lichter was en de motoren vrijgegeven waren. Deze lichtgewicht racewagen voor groep 3 is naar mijn weten niet goed gedocumenteerd. Er zijn er volgens sommigen 36 gemaakt, maar volgens fabrieksgegevens zijn er maar 15 aan klanten afgeleverd, er zijn denk ik ook door klanten zelf gemaakte racewagens meegeteld. Wagens met een race verleden hebben zeker ook een meerwaarde. Van de fabrieks T/R wagens met bekend chassisnummer zijn er diverse verdwenen daar het ineens S/T wagens werden. De chassisnummers beginnen met 118 (1968) maar er is nog een wagen in 1970 afgeleverd toen de S/T al geleverd werd.

911 T/R

1970: de 911 S/T en S/R  In 1970 kwam de S/T, 30 stuks zijn er gemaakt voor race- en rallywedstrijden. In totaal zijn er dus minder wagens daar T/R en S/T typen soms de zelfde wagens zijn. Uit de gegevens tel ik 11 fabriekswagens en 27 klantenwagens, dus ergens klopt er iets niet. Het zijn er al meer geworden. De 911S was de basis voor de homologatie van de 911 S/T. Als eerste was in 1970 er de ‘Rallye’ 2.2L 180 PK rallye wagen met motor typ 911/02. Daarna werd in 1970 een 2.3L 240 pk racewagen gebouwd, motor typ 911/20. Van deze beide typen zijn er 5 fabriekswagens en 15 voor klanten gemaakt. Ook werd er nog 1 prototype 2.4 L 260 PK gemaakt, motor type 911/22, dit noemt men een S/R. Er zijn 2 S/R typen gemaakt, chassisnummers 9110300949 en 0950, beide rally wagens (deze nummers zijn ook meerdere keren gebruikt).

911 S/T

1971: de 911 ‘Safari’  In 1971 kwam de ‘Safari’ een 2.2 L 180 PK rallye wagen, hiervan werden 5 fabriekswagens gemaakt en 12 voor klanten.

1972: de 911 S/T 2.5L  Hierna kwamen in 1972 de laatste S/T uitvoeringen, dit waren 2.5 L motoren in twee typen. Eerst kwam de 911/70 met 2.4 krukas, boring x slag 86.7 x 70.4 mm, 2.492 cc en 270 pk. Deze motor had slechte opneem eigenschappen en krukas trillingen waardoor de vliegwielbouten afbraken en men bedacht op de oude manier met 2L krukas verder te werken. Dit werd de 911/73 motor, boring x slag 89 x 66 mm, 2.464 cc en 275 pk. Deze motor nam veel sneller op en had ook meer vermogen. Totaal zijn er 7 stuks 2.5 L S/T wagens gemaakt. Er wordt gezegd dat er 30 stuks S/T wagens gemaakt zijn , maar uit de gegevens die beschikbaar zijn tel ik 11 fabriekswagens en 27 klanten wagens, dat zijn er 38.

911 S/T

1972-1973: de 911 (SC) 2.7 RS en 2.8 RSR  Uiteindelijk komen we dan op de 911 SC 2.7 RS. RS = Renn Sport, is gemaakt voor homologatie groep 4 GT, later ook voor groep 3 GT. De chassisnummers 9113600001 t/m 9113600010 zijn prototypen, sommige zijn omgebouwde 911 S typen, div. zijn omgenummerd en veelal vernietigd. Er zijn meerdere modellen RS, de chassisnummers vallen tussen 9113600011 en 9113601590 voor modeljaar 1973. Totaal 1580 wagens modeljaar 1973 waarvan 111 met een rechts stuur. De RSR 2.8 met 55 stuks vallen ook in deze chassis reeks, dus niet alle 1580 zijn RS typen. Voor modeljaar 1974 (G model opbouw) zijn 109 RS 3.0 L wagens gebouwd, de chassisnummers voor klanten vallen tussen 9114609017 en 9114609109 (vraag is of dit werkelijk zo is, want er zijn 123 auto’s bekend, dat zijn er ook al meer). De eerste 16 zijn prototypen of fabrieksracers. Verderop in dit artikel meer hierover.

RS 2.7 en de RSR 2.8

Verschillende RS typen toegelicht  De RSH (de H is van homologatie) is een lichtgewicht wagen, 960 kg. Er zijn 17 wagens gemaakt, deze wagens werden apart aangemeld. Kenmerken: divers dun plaatwerk, geen achterspoiler maar aluminium motordeksel, doorboorde remschijven, Bilstein dempers, een 12V accu links voor, (de eerste twee 6V accu’s) een voor en achterbumper van polyester, één lage claxon hoorn, geen metallic lak, lichtgewicht Recaro stoelen, lichtgewicht ruiten rondom en gelijmde zijruiten, verder geen achterzittingen, tijdklok en rechter zonneklep, dunne vilten bekleding, dunne rubberen matten, (zoals bij vliegtuig trappen) geen bekleding op de tunnel en geen dashboardkast deksel. Verder zo kaal als mogelijk. Van deze RSH homologatie serie werden daarna 3 modellen gemaakt, die hierna worden toegelicht.

Als eerste de RSL Sport  De M471 weegt 975 kg. Er zijn ongeveer 180 wagens gebouwd. Kenmerken: officieel is de kleur “Grand Prix Weiss” maar alle serie kleuren zijn op wens leverbaar, behalve metallic lakken. De Grand Prix Weiss gespoten wagens werden afgeleverd met bestickering in de kleuren rood, blauw of groen. Carrera bestickering op de zijkant, in die kleur gespoten velgen en in die kleur de sticker Carrera RS en Porsche op de achterspoiler. Deze witte wagens kregen ook een zwarte hemelbekleding. Alle anders gekleurde wagens kregen zwarte stickers en een witte hemel. Een achterspoiler of ducktail werd vastgezet met snelsluitingen, voor en achter bumper in één geheel van kunststof, ook lichtgewicht carrosserie delen, geen achterzittingen, lichtgewicht Recaro kuipzittingen, geen tijdklok en geen zonneklep voor de bijrijder, geen dashboardkast deksel, alleen anti roest in de wielkasten en onder de achterzitting, vloerplaat en hielplaat, de rest werd licht getectyleerd. Lichtgewicht voor- en achterruiten van Glaverbel. Handbediende ramen, kale portierbekleding met leren riem en handvat (van de Fiat 600), vilten vloerbekleding, zwarte hemel, vaste achter zijruiten en een 12 V accu links voor, Bilstein dempers, aluminium vouwwiel met vulfles.

Ten tweede de RST Touring  De M472 weegt 1075 kg. Deze zijn opgebouwd als de 911S 2.4, dus ook 2 accu’s en witte hemelbekleding.

RS 2.7

Kenmerken: Standaard kleur (klik hier voor de Porsche folder uit die tijd) ook Grand Prix Weiss, bestickering als RSH, serie unie lakken leverbaar. Normale voor en achter ruiten, achter klapruiten, Recaro S zittingen, los embleem op achterspoiler, Koni dempers, staal vouwwiel met compressor. Tot chassisnummer 9113601235 zijn de lichte carrosseriedelen gebruikt, toen deze op waren zijn verder de normale zwaardere gebruikt. Het was maar voor 1000 wagens nodig om voor de homologatie de lichte plaatdelen te gebruiken. De eerste serie RS werd afgeleverd op Pirelli CN 36 banden daar alleen Pirelli deze maat banden voor deze snelheid kon maken. Daar er veel klachten over onbalans bij hoge snelheid binnen kwam moesten wij zoeken naar een oplossing, eerst naar onbalans in de banden, rechte velgen, balanceren aan de wagen en uitlijning. Andere banden mochten niet gemonteerd worden daar deze niet vrijgegeven waren door de fabriek. Dunlop kon als eerste een band leveren en daar wij als een van de eerste de banden aangeleverd kregen, moest ik ze monteren en zo snel mogelijk proefrijden van Porsche. De directeur Pon Porsche heer Veeneman belde vanuit de fabriek voor het resultaat, ik kon mededelen dat ze perfect waren. Porsche ging verder testen en standaard werden de meesten er mee afgeleverd. Dunlop kon namelijk niet zo snel alle banden leveren en Michelin verbeterde in de loop van de tijd ook zijn banden. (Klik hier voor een rijtest van Auto, Motor u. Sport van februari 1973).

Als derde de RSR 2.8  De M491 race versie, 55 stuks, verdeeld in 4 groepen. Eerst de prototypen R1 t/m R8, daarna de volgende 3 series. Dit waren echte racewagens, speciale motoren met dubbele ontsteking, speciale remmen met dubbele hoofdremcilinders enz.

RSR 2.8

1974: de 911 RS 3.0 en RSR 3.0  In 1974 zijn er 109 3 liter RS wagens gemaakt, M691 voor groep 3. Deze wagens waren een vervolg op de RS 2.7. Je mocht de wagen tot 2 inch breder maken en de cilinderinhoud vergroten. Er moesten minimaal 100 wagens gehomologeerd worden, de RSR ging ook naar 3.0 L. Deze RS 3.0 had ook de normale plaatwerkdelen.

1974 RS 3.0

De remmen zijn van het 917 type en heeft een dubbele hoofdremcilinder. De motor heeft 230 PK en een aluminium carter, lagere compressie dan de RSR 9,8:1 i.p .v 10,3:1, 911 S nokkenassen en één bougie per cilinder. In principe hebben bijna alle 2-kleps racemotoren een dubbele ontsteking.

2.3 S/T cilinderkoppen (twee bougies)

De carrosserie heeft 8 en 9 inch velgen, een RSR body en weegt 900 kg. De wagen heeft een zwarte trim, dikker stuurwiel van de 914. Voor- en achterbumper van polyester. Een 80 liter tank, geen zonneklep bijrijder, achter zittingen, klok en handschoen kastje. Dunner glas voor de achter- en zijruiten, vaste zijruiten en een normaal voorruit. De chassisnummers liggen tussen 9114609017 en 9114609109, de overige tussenliggende nummers zijn van de 3.0 L RSR race wagens, de nummers boven 9109 zijn ook RSR typen. Enige verwarring zijn de nummers 9001t/m 9015, (nr. 0016 is een RSR Turbo) dit zijn prototypen; racewagens die ingezet zijn en nummers die omgezet zijn, er is doorgenummerd t/m nummer 9115609123 (9 wagens in 1975). Er zijn 54 RS 3.0 L wagens gemaakt voor de weg, de rest voor racedoeleinden, veel wagens zijn omgebouwd naar RSR 3.0 L uitvoering. De 15 IROC RSR racewagens van Roger Penske vallen tussen chassis nummers 9114600016 en 9114600124. Dit waren 15 identieke volgens opgaaf gelijke RSR racewagens voor een eigen klasse in de USA.

1974 RSR 3.0

IROC RSR

Lichtgewicht plaatdelen  In de RS 2.7 zijn diverse lichtgewicht plaatwerkdelen gebruikt voor de eerste 1000 wagens, dit was nodig voor homologatie, wat over was is opgebruikt. Hier volgen de lichtgewicht plaatdelen: (0.80 mm. i.p.v. 0.88 mm dikte):

  • Deur buitenplaat
  • Dakplaat
  • Kofferdeksel buitenplaat
  • Kofferruimte bodemplaat
  • Voorschermen
  • Achterzit vloerplaat
  • Dorpel buitenplaat
  • Opstaande zijpanelen
  • Boven en onderste dashboardplaat (werd bekleed met vilt).

De dunne plaatwerkdelen waren niet als onderdeel los verkrijgbaar. Buiten een redelijk groot aantal verdere andere onderdelen is er nog een belangrijke, n.l. de versterkte achterasdrager. Deze was ook versterkt aan de carrosserie en de drager was ook iets anders qua maat. Dit is alleen te zien als je hem in een paskaliber zet van een 911 uit 1973.

Speciale chassisnummers  Hierbij wil ik nog vermelden dat de Porsche fabriek in 1970 heeft besloten chassisnummers te veranderen en gebruik te maken van speciale begin nummers. Chassisnummers 0001-0050 zijn ontwikkelingswagens, 0051-0060 zijn speciale wagens, 0061- en verder zijn de seriewagens. Na controle van diverse nummers geloof ik niet dat ze zich hier altijd aan gehouden hebben. In het boek van Dr. Gruber/Dr. Konradsheim en Starkey zijn ook veel nummers opgenomen, maar ook hier is in vergelijk niet alles gelijk.

Slotwoord  In de beschreven periode zijn ook diverse Turbo RSR typen gemaakt die ook in de chassisnummerreeks vallen, maar die heb ik niet meegenomen daar deze teveel buiten de klanten wagens vallen. Er is natuurlijk nog ontzettend veel te vertellen over de kleine verschillen met de standaard wagens en over onderstellen, remmen en motoren, maar het is niet mijn bedoeling om een boek te schrijven maar om een wagen te kunnen beoordelen.

Piet Kraan

Over de auteur. Als werkplaatschef van Pon heeft Piet Kraan in de beschreven periode veel RS wagens afgeleverd. Ook heeft hij onder meer de fabrieks RSR van Gijs van Lennep in onderhoud gehad. Piet Kraan is grondlegger van Auto Service Kraan, een onafhankelijk Porsche Specialist gevestigd in Aalsmeer. Piet is nog steeds bij het bedrijf betrokken en geldt in binnen- en buitenland als een absolute autoriteit op Porsche gebied.